
In Nam June Paiks video-installatie TV-Buddha (1974) welke in bezit is van het Stedelijk Museum Amsterdam, is een camera gericht op een 18e-eeuwse Buddha-beeld. Paik toont, in plaats van de toeschouwer als het ware met zichzelf te confronteren, een antiek beeld van een mediterende Buddha die naar een weerspiegeling van zichzelf op een televisiescherm zit te kijken. In de installatie stelt Paik de betekenis aan de orde van begrippen als tijd en tijdloosheid, heden en verleden, verveling en meditatie, rust en rusteloosheid.
Maar al te vaak wordt de toeschouwer gevangen in het "korte" circuit tussen camera en beeldscherm. Wolf Vostell laat de toeschouwer door middel van twintig monitoren deel uitmaken van een acht meter brede collage van een lesbisch stel en het gewelddadige einde van de Praagse Lente (Sprinkhanen, 1969/1970). Bruce Nauman creëert met "Rechtstreeks opgenomen videogang" (1968-1970)een onbehaaglijk gevoel bij de toeschouwer: hij loopt door een nauwe gang en nadert een afbeelding van zichzelf die op twee (boven elkaar geplaatste) beeldschermen wordt geprojecteerd, en ontdekt dat het beeld, volkomen tegen de verwachting in, steeds kleiner wordt. De Amerikaanse kunstenares Nan Hoove

De integratie van videobeeld(en) en sculpturale vorm wordt in het bijzonder onderzocht door Shigeko Kubota, Marie-Jo Lafontaine, Fabrizio Plessie, Klaus vom Bruch en de Nederlander Bert Schutter. Kubota's "Naakt daalt van een trap af (Duchampiana)" (1975/1976) zou zonder software slechts bestaan uit een triplex kist die even goed in een etalage kon staan. De Japanse Kubota maakte dit object - dat inmiddels als klassiek geldt - als eerbetoon aan Duchamp die in 1912 een foto maakte met dezelfde naam. De ironie van het werk wordt gevormd door de onbeweeglijkheid van de triplex trap die Kubota gebruikt voor het "lopende" elektronische beeld van het naakt dat van een trap afdaalt (zie afbeelding links).
Dan Graham (in bewerking).