Gardening with John



Alvin Curran. Geluidsinstallatie voor klein tuinhuisje, voetschakelaars, iPod, luidsprekers en gedroogde paddestoelen in Berlijn.

“In 1999 gaf de WDR mij de opdracht om een geluidsportret te maken van John Cage. Geen gemakkelijke opgave. Volgens mij was het meest kenmerkende geluid van John zijn gelach - hij lachte onophoudelijk en luid - overal de Zen absurditeit van inziend. Ik gebruikte opnames van zijn lach, bijna allemaal uit de opgenomen radiogesprekken van WBAI radio die hij maakte met Morton Feldman halverwege de jaren zestig. Op een warme lentedag nam ik alles op wat er te horen was in het appartement van Cage en eromheen, het gebouw zelf en de straten eronder. Bij dit alles voegde ik een heleboel geluiden: van het spelen van schaak tot het voorbereiden en koken van paddestoelen, het lopen over de krakende houten vloer van de loft, een brullende eland, stemmen, vallende munten, dansers van Merce Cunningham (Cages partner). De vormgeving had oorspronkelijk een Britse telefooncel moeten zijn maar werd uiteindelijk een simpel huisje voor tuingereedschap.”

In het huisje hangt een penetrante geur, die doet denken aan kattenvoer. Het blijkt afkomstig uit een bakje met gedroogde paddenstoelen. ''Dat zijn funghi porcini'', zegt Curran. ''Daar hield John erg van''.

De installatie was eerder te zien in onder meer Berlijn en Milaan. De geluidsinstallatie van Alvin Curran is nu te zien in kader van het Americans Festival Groningen van 25 tot 31 oktober 2008 in de Openbare Bibliotheek in Groningen.

Lili Dujourie in Museum van Bommel van Dam

Lily Dujourie, Enjambement, 1976 video still MUHKA

De letters IKOB staan voor Internationales Kunstzentrum Ostbelgien. In 1993 richt een aantal kunstliefhebbers in het Duitstalige gebied in Oost-België een vereniging op die grensoverschrijdende exposities organiseert. Museum van Bommel van Dam toont een ruime selectie uit de IKOB Collectie, waaronder baanbrekende video’s van Lili Dujourie, Eric Legrain en Marzel Maraite én Wolfgang Nestler.

Uit het werk van Lili Dujourie spreekt een sfeer van melancholie. Ze toont gevoelens van verlies en verlangen en gebruikt daarvoor een esthetica dat aan de Vlaamse traditie van Rubens of Vermeer doet denken. Gesloten binnenruimtes, gebroken beeldruimtes en titels die dikwijls benadrukken dat er iets achtergehouden wordt, stimuleren introspectie bij de toeschouwer. De artistieke productie van Lili Dujourie kan worden gezien als een dialoog met het verlies waaruit het leven zijn kracht en dynamiek haalt. De video's van Dujourie tenslotte zijn een belangrijke schakel in een groter artistiek verhaal waarin de kracht van de stilte en het subtiele gebaar een weigering impliceren om de wereld te tonen zoals de tijd het zou willen (uit: Instituut voor beeldende, audiovisuele en mediakunst).

Bovendien zijn haar videowerken met een meesterlijk oog gedraaid: het hare. Lichtinvallen en reflecties, cadrering en camerastandpunt zorgen voor een picturale precisie die nauw verwant is met de schilderkunst.Voorts is de reeks van groot historisch belang. Dujourie werkte namelijk aan deze video’s in een tijdsgewricht waarin de kunstwereld zich vooral op het conceptuele concentreerde, met het Amerikaanse minimalisme voorop. En hoewel deze in sober zwart-wit gedraaide beelden ook van klank gespeend zijn, ging hun intieme inhoud radicaal tegen het heersende discours van die tijd in.
Museum van Bommel van Dam:
The IKOB Collection
Van vrijdag 19 september 2008
Tot: zondag 4 januari 2009

Hommage a... IV 1972 IKOB

Uit de collectie van Van Abbemuseum: Vanessa Beecroft


VB25, Performance 1996, videostill, Van Abbemuseum

Vanessa Beecroft woont en werkt afwisselend in New York en Milaan. Haar werk bestaat uit langdurende performances waarin een aantal, meestal identiek geklede, vrouwen optreedt. Hun kleding is dikwijls schaars en ondergoedachtig. Soms treden ze (half)naakt op. De performers zijn tussen de bezoekers aanwezig maar hebben daar geen contact mee. Ze houden het midden tussen werkelijke mensen en zielloze reclamepopppen. Ze tonen geen persoonlijkheid, maar voldoen wel aan een stereotype ideaalbeeld. Beecrofts performances werken desoriënterend . Ze wortelen in het alledaagse, maar zijn vervreemdend door de context waarin de figuren optreden. Beecroft stelt het verschil in gedrag tussen individu en massa aan de kaak: waarin verschillen mensen van elkaar, zeker met de huidige modetrends. Haar performances (en de video’s en foto’s daarvan) worden bevolkt door hetzelfde type vrouwen met dezelfde kleren en pruiken en met dezelfde lichaamsbouw. Beecroft speelt met de begrippen kunstmatigheid en werkelijkheid. De invloed van mode en film is duidelijk aanwijsbaar in het werk van Beecroft.

"Haar ensembles van meisjes doen soms denken Pippi Langkous, dan weer aan de koel geeceneerde foto's van Helmut Newton, modeshows en theater. Er worden echter nauwelijks aanwijzingen gegeven die duidelijk maken welke associaties het meest overeenkomen met de bedoeling van Beecroft. Bovendien zijn de meisjes meestal identiek gekleed en opgemaakt, en lijkt hun individualiteit verloren te zijn gegaan. Soms maken ze een kwetsbare indruk, dan weer zijn ze respect afdwingend sterk. De sfeer is doortrokken van de spanning tussen het doorbreken van taboes en klassieke schoonheidsidealen, tussen erotische opwinding en de charme van naakte etalagepoppen. De modellen en het publiek tonen nauwelijks emotie en daarom blijft het geheel onduidelijk wat er zich in hun verbeelding afspeelt. Er wordt geen commentaar gegeven. Iedereen heeft een voorstelling, een gevoel en iedereen houdt dat voor zichzelf" (bron: Art at the Turn of the Millennium, Taschen 1999).

Vanessa Beecroft baarde opzien met enkele performances in een Londense galerie. In het werk "VB 43", dat in mei 2000 te zien was bij de opening van de Gagosian Gallery, stonden roodharige naakte vrouwen in de verte te staren.

VB43, Gagosian Gallery 2000